Speksnijder heeft dienst. De berichten komen binnen. Steekpartij op het Deliplein, ruit ingegooid in de Parklaan, mishandelingetje in een buitenwijk, zieke feestvierder op de Witte de With. Routinewerk. “Speksnijder hoort bij de nacht, en andersom: de nacht past Speksnijder als een warme jas.”
Speksnijder telt af. Hij staat op de drempel van zijn pensioen. Veel heeft hij niet meer te verliezen. Met zijn vrouw gaat het niet goed. Al eerder raakte hij zijn dochter kwijt. Het lijkt een nacht te worden als alle andere nachten.Tot zich de ultieme kans voordoet. Speksnijder moet kiezen tussen zijn plicht en zijn hart.
Tegen het duistere decor van een stad die openligt naar de wereld maakt Speksnijder de eenzaamste nacht van zijn leven door, heen en weer geslingerd tussen zijn plichtsgevoel als toegewijde agent en de woede die hij probeert te onderdrukken.