Meestal komen trends uit de Verenigde Staten razendsnel overwaaien, maar in ons land wilde het tot nu toe nog niet zo lukken met het patriotisme als volwaardige kracht in de politiek. Tot het aantreden van Rutte III.
Na de inleidende Wilhelmuspromotie van Buma werd een motie van Van der Staaij en Wilders aangenomen om de Nederlandse vlag te hijsen in de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer en daarmee dringt de nationale driekleur definitief onze politieke arena binnen. Om dat te bevestigen dook het rood-wit-blauw ook al op in het nieuwe ontwerp van het achterwandje voor de persconferenties van Rutte.
Laten we even stilstaan bij de betekenis van een dergelijk symbool, voordat we Amerika achterna gaan in een ontwikkeling die ertoe heeft geleid dat op elke straathoek de stars and stripes wappert en dat iedere bijeenkomst met meer dan drie deelnemers vooraf wordt gegaan door het gezamenlijk uit volle borst zingen van het volkslied.
De Stars and Stripes was aanvankelijk een vlag die de eenheid van Amerika moest benadrukken na de zwaarbevochten onafhankelijkheid. Het was een vlag die de staten verenigde. Iedereen hoort erbij. One Nation Under God.
De eerste keer dat de vlag een politieke rol speelde was halverwege de negentiende eeuw bij rellen tussen Amerikaanse nativisten en katholieke Ierse immigranten. De nativisten, die vonden dat ze als geboren Amerikanen meer rechten hadden dan nieuwkomers, gebruikten de vlag als symbool voor een protestantse natie die onder vuur lag van een katholiek gevaar uit Europa dat hun baantjes inpikte. Hiermee werd de Stars and Stripes ineens een vlag die mensen uitsloot in plaats van verenigde. Er werd schande van gesproken dat de nativisten de vlag gebruikten voor hun demonstaties, want hun denkbeelden gingen regelrecht in tegen Amerikaanse waarden als vrijheid en gelijkheid. Maar de geest was uit de fles en vanaf dat moment vertegenwoordigde de vlag nooit meer dezelfde waarden voor alle Amerikanen.
Amper vijftien jaar later was het wapperen van de Stars and Stripes op een fort in een van de zuidelijke staten de directe aanleiding voor de eerste beschietingen in de burgeroorlog en daarna werd de nationale vlag nog vaak voor politieke doeleinden ingezet. Ze werd onder andere gebruikt door de Republikeinse Partij, de Ku Klux Klan, de burgerrechtenbeweging, pro- en anti-Vietnamprotesten, the war on terror in de nasleep van 9/11 en uiteindelijk de campagne van Donald Trump met zijn Let’s Make America Great Again. In al die gevallen draaide het steeds om hetzelfde mechanisme: zorg dat je in de publieke opinie de vlag aan je kant krijgt, want mensen keren zich niet snel tegen hun eigen nationale symbool.
In de Tweede Kamer gebeurde bij de stemming over de motie van SGP en PVV iets vergelijkbaars. In een vlaag van eensgezind parlementair patriotisme werd het idee omarmd en bleek alleen de Partij voor de Dieren tegen het ophangen van de nationale driekleur. Hoe leg je immers aan je kiezers uit dat je als politieke partij de vlag van je eigen land afwijst?
Patriotisme speelde tot nu toe nog niet zo’n grote rol in de Nederlandse politiek, maar op de momenten dat het sentiment werd aangesproken wapperde de vlag – net als in Amerika – meestal niet als het symbool van een open samenleving, maar als symbool van een natie die niet zat te wachten op invloeden van buitenaf. In die zin is het tekenend dat Rutte al heeft aangekondigd dat hij zijn vaderlandse achterwandje meeneemt naar Brussel om onze soevereiniteit te verdedigen tegen al te Europese invloeden.
Daarom doet de Tweede Kamer er goed aan om voordat ze hem uithangen duidelijk te maken waar die vlag eigenlijk voor staat. Is dat dan de vlag van vrijheid en tolerantie die iedereen in Nederland verenigt of is het een symbool van exclusiviteit dat vooral vreemdelingen buitensluit en polariseert?
Dit stuk verscheen op 16 november j.l. onder de titel ‘De nationale vlag sluit vooral mensen buiten’ op de opinie pagina van NRC.